Ik schreef het antwoord op bovenstaande vraag eerder al op dit blog, ondertussen bijna vijf jaar geleden. Tijd om na te gaan of ik een evolutie heb doorgemaakt.
Vijf jaar geleden schreef ik dat goede seks zich voor mij op het snijpunt bevindt tussen je lust kunnen (en mógen) botvieren en diepe tederheid ervaren.
In haar recente column schreef Rika Ponnet over de leegte van casual seks. Dat zette me aan het denken (en discussiëren). Eerst en vooral wil ik niet moraliseren. Ik denk ook niet dat Rika dat doet in haar column. Maar anderen lezen dat er toch wel in. Dat het precies weer of/of is. Of je bent braaf monogaam, of je geniet van “casual” vrijen en dan volgt de leegte. Ik denk niet dat dat er staat. Er staat dat dat voor deze vrouw zo was (behalve één keer!). En Rika probeert samen met deze vrouw uit te zoeken waarom dat voor haar zo is gebleken. En dat is dan enkel zo voor deze vrouw. We kunnen niet veralgemenen. Wat wél interessant is, is dat het lezen van een ervaring van iemand anders, ons aan het denken zet over onszelf: Hoe is dat voor mij?
Zelf denk ik dat vrijen op verschillende zaken gericht kan zijn.
Er is vrijen dat gericht is op lust beleven, op een piekervaring, op een orgasme, op een “dopamine rush”. (Wat is dat? Dopamine is een neurotransmitter die het centrale zenuwstelsel beïnvloedt en in verband wordt gebracht met beloning, plezier en motivatie. Dopamine wordt ook wel “het plezierhormoon” genoemd). Als we verliefd zijn, als we seksuele aantrekking voelen, krijgen we zin in dit soort van vrijen, een vrijen dat erop gericht is de spanning die we in ons lijf voelen af te vloeien. Bij deze vorm van vrijen zijn we gericht op heftig klaarkomen en komt er dopamine vrij. Deze dopamine rush is verslavend: onze hersenen zijn immers geprogrammeerd om méér te zoeken van datgene dat ons dat plezierige gevoel verschafte… En juist dat is ook de valkuil van deze vorm van vrijen: we blijven op zoek gaan naar deze piekervaring, de golf van genot die ons overspoelde. Maar na zo’n piekervaring moeten we weer zakken (net als het dopaminepeil in ons brein), en dat zou het gevoel van leegte dat we dan soms ervaren kunnen verklaren. Niets nieuws onder de zon, zelfs de Romeinen wisten al dat mannen zich na het vrijen triestig voelen.
Is er veel tederheid en aandacht na het vrijen, dan kunnen we dat trieste gevoel, die “leegte” zo je wil, misschien samen een beetje opvangen.
Er is ook vrijen dat niet vertrekt vanuit een grote spanning in ons bekken dat ontlading zoekt, maar juist vertrekt vanuit rust en ontspanning. We zijn ontspannen en we hebben zin om elkaar plezier te laten beleven. We willen verbinding voelen, dicht bij elkaar zijn, knuffelen, in elkaars ogen kijken, strelen, uitgebreid zoenen. We vertrekken vanuit de liefde, de tederheid die we voor elkaar voelen en we streven niet naar ontlading, maar naar verbinding, naar flow, naar het genot dat volgt uit het zichzelf verliezen in de handeling, het in je lichaam zakken, het voelen, het beleven. We geven ons over. Centraal bij deze vorm van vrijen staan de verbinding en de overgave. Na het vrijen voelen we ons vol-daan, heel. We zijn erg dicht bij onszelf gebleven en vanuit deze liefde en de verbondenheid met onszelf, met ons lichaam, verbinden we ons met elkaar. Dit voelt helend. (Om hier ook even in termen van ons brein te spreken: er komt oxytocine vrij, ook wel het “knuffelhormoon” genoemd. Vooral bij vrouwen komt er veel oxytocine vrij bij het vrijen en vooral bij het klaarkomen. Dit kan verklaren dat vrouwen, zelfs als ze in eerste instantie enkel uit waren op vrijen omwille van de spanningsontlading, toch een sterke hang naar verbinding voelen na hun orgasme).
Kan je deze vorm van vrijen enkel ervaren met een partner met wie je een monogame relatie hebt? Uiteraard niet. Dat is wat mij betreft ook helemaal naast de kwestie.
Komen we terug op onze vraag wat goede seks eigenlijk is. Mijn antwoord van vijf jaar geleden houdt voor mezelf nog steeds stand. Maar ik heb nu meer zicht op waarom dit voor mij zo is. Ik wil vrijen vanuit verbinding en overgave. Daar kan een piekorgasme bij horen, vaak zelfs, maar dat is geen vereiste en dat is niet het streefdoel. Dat is een plezant neveneffect, zullen we maar zeggen. Enkel knuffelen, tederheid en liefde zijn niet de zaken die me opwinden, begrijp me niet verkeerd. Maar binnen de veiligheid van mijn verbinding met mezelf, mijn partner’s verbinding met zichzelf en onze verbinding met elkaar, onstaat er een prachtig speelveld, een oase van genot en plezier, die nooit vervreemdend kán zijn.