Liefdesoverpeinzingen

Waar kan je beter over de liefde nadenken dan in Parijs? Ik was er de voorbije dagen, het voelde als thuiskomen. Oh, wat hou ik van Parijs. Er hangt een sfeer die ik nog nergens anders heb gevoeld.

Ik had een paar boekjes mee, en ik had ook veel om over na te denken, dingen die ik in artikels had gelezen, dingen die mijn cliƫnten me verteld hebben. Ik was ook net voordien zelf met mijn supervisor gaan praten, wat ook steeds weer stof tot nadenken geeft.

Waarover ik zoal heb nagedacht, is waarom er zo pragmatisch/cynisch over verliefdheid, passie en seks gedaan wordt, vooral door experten in de liefde, vaak mijn collega-seksuologen en relatietherapeuten. “Seks is overroepen”, laat onze eigenste professor Enzlin, het gezicht van de opleiding Seksuologie, vaak optekenen. Ook Rika Ponnet en laatst nog Ilse Reynders relativeren verliefdheid en noemen het vaak een “oogziekte”, of een fase, die na maximum 2 jaar voorbij is.

Enkel Dirk De Wachter durft het nog zonder schroom opnemen voor de vlinders in de buik: “Liefde bestaat niet zonder verliefdheid. Af en toe moet je die vlinders nog in je buik voelen rondfladderen. Dooft die vlindering door de jaren uit, dan heb je een probleem.”

Alsof we onze partner kiezen op puur pragmatische gronden. Alsof het enkel veiligheid is, die telt. Hopelijk horen we onszelf op tijd bezig, en beseffen we dat we oud worden. Hopelijk rolt de jeugd die dit hoort of leest keihard met haar ogen. Kies voor veiligheid! Pas op voor passie! Liefde krijgt zo een bloemkoolgeurtje, zoals Mark Kinet het terecht stelt in zijn boek “De Wetenschap van de Liefde”.

Wie eerlijk is met zichzelf, weet dat liefde niet enkel “een hechte verbondenheid, een veilige haven en veel plezier” kan zijn. Liefde schuurt, liefde is onlosmakelijk verbonden met verlangen. En verlangen heeft een keerzijde: angst. We zijn bang, we zijn kwetsbaar, we zijn jaloers. We schamen ons, we voelen ons schuldig. We kwetsen elkaar, we maken ruzie. We bewegen van hecht naar apart, waardoor we weer verlangen, en terug naar hecht.

We worstelen allemaal met de strijd tussen ons verlangen naar tederheid en ons verlangen naar zinnelijkheid. De zinnelijkheid opgeven, en enkel de tederheid tot de ware liefde verheffen, is wat vaak gebeurt. Maar het is te braaf. Het is saai. Het is de “maatjesliefde”. Hoe overleeft zo’n liefde een felle verliefdheid op een derde?

De tederheid opgeven is een slechter idee, dat wel. Enkel op zoek gaan naar zinnelijkheid, eindigt in gruwelijke leegte en eenzaamheid.

Hoe kunnen we er dan wel voor zorgen dat zowel tederheid en intimiteit als zinnelijkheid, passie en lust een plaats krijgen binnen onze relatie? Hier komt de erotiek om het hoekje kijken. Erotiek, het spel, het flirten. Toegegeven, erotiek zit vooral in je hoofd. Het is een zorgvuldig gekoesterde illusie. Een cynicus zal meteen spottend beginnen te grommelen. Maar oh, wat hou ik ervan, van dit spel, van die illusie.

Liefde is geven wat je niet hebt. Dat allebei verdomd goed weten. En toch het spel liefdevol verder spelen.