The simple life

I am bound to praise the simple life, because I have lived it and found it good. When I depart from it evil results follow. I love a small house, plain clothes, simple living. Many persons know the luxury of a skin bath — a plunge in the pool or the wave unhampered by clothing. That is the simple life — direct and immediate contact with things, life with the false wrappings torn away — the fine house, the fine equipage, the expensive habits, all cut off. How free one feels, how good the elements taste, how close one gets to know them, how they fit one’s body and one’s soul! To see the fire that warms you, or better yet, to cut the wood that feeds the fire that warms you; to see the spring where the water bubbles up that slakes your thirst, and to dip your pail into it; to see the beams that are the stay of your four walls, and the timbers that uphold the roof that shelters you; to be in direct and personal contact with the sources of your material life; to want no extras, no shields; to find the universal elements enough; to find the air and the water exhilarating; to be refreshed by a morning walk, or an evening saunter; to find a quest of wild berries more satisfying than a gift of tropic fruit; to be thrilled by the stars at night; to be elated over a bird’s nest, or over a wild flower in spring — these are some of the rewards of the simple life.

by John Burroughs

The peace of wild things

When despair for the world grows in me
and I wake in the night at the least sound
in fear of what my life and my children’s lives may be,
I go and lie down where the wood drake
rests in his beauty on the water, and the great heron feeds.
I come into the peace of wild things
who do not tax their lives with forethought
of grief. I come into the presence of still water.
And I feel above me the day-blind stars
waiting with their light. For a time
I rest in the grace of the world, and am free.

By Wendell Berry

Het is wat het is

Het is onzin
zegt het verstand
Het is wat het is
zegt de liefde

Het is ongeluk
zegt de berekening
Het is alleen maar verdriet
zegt de angst
Het is uitzichtloos
zegt het inzicht
Het is wat het is
zegt de liefde

Het is belachelijk
zegt de trots
Het is lichtzinnigheid
zegt de voorzichtigheid
Het is onmogelijk
zegt de ervaring
Het is wat het is
zegt de liefde

Erich Fried
Vertaling: Remco Campert

All the world’s a stage

All the world’s a stage,

And all the men and women merely players;

They have their exits and their entrances;

And one man in his time plays many parts,

His acts being seven ages. At first, the infant,

Mewling and puking in the nurse’s arms.

Then the whining schoolboy, with his satchel

And shining morning face, creeping like snail

Unwillingly to school. And then the lover,

Sighing like furnace, with a woeful ballad

Made to his mistress’ eyebrow. Then a soldier,

Full of strange oaths and bearded like the pard,

Jealous in honor, sudden and quick in quarrel,

Seeking the bubble reputation

Even in the cannon’s mouth.

And then the justice,In fair round belly with good capon lined,

With eyes severe and beard of formal cut,

Full of wise saws and modern instances;

And so he plays his part. The sixth age shifts

Into the lean and slippered pantaloon,

With spectacles on nose and pouch on side;

His youthful hose, well saved, a world too wide

For his shrunk shank, and his big manly voice,

Turning again toward childish treble, pipes

And whistles in his sound. Last scene of all,

That ends this strange eventful history,

Is second childishness and mere oblivion,

Sans teeth, sans eyes, sans taste, sans everything.

-William Shakespeare-

Leda

Come not with kisses
not with caresses
of hands and lips and murmurings;
come with a hiss of wings
and sea-touch tip of a beak
and treading of wet, webbed, wave-working feet
into the marsh-soft belly.

– D.H. Lawrence –

Gypsy

You come from far away

With pictures in your eyes

Of coffeeshops and morning streets

In the blue and silent sunrise

But night is the cathedral

Where we recognized the sign

We strangers know each other now

As part of the whole design

Oh, hold me like a baby

That will not fall asleep

Curl me up inside you

And let me hear you through the heat

Oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh

You’re the jester of this courtyard

With a smile like a girl’s

Distracted by the women

With the dimples and the curls

By the pretty and the mischievous

By the timid and the blessed

By the blowing skirts of ladies

Who promise to gather you to their breast

Oh, hold me like a baby

That will not fall asleep

Curl me up inside you

And let me hear you through the heat

Oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh

You have hands of raining water

And that earring in your ear

The wisdom on your face denies the number of your years

With the fingers of the potter

And the laughing tale of the fool

The arranger of disorder

With your strange and simple rules

Yeah, now I’ve met me another spinner

Of strange and gauzy threads

With a long and slender body

And a bump upon the head

Oh, hold me like a baby

That will not fall asleep

Curl me up inside you

And let me hear you through the heat

Oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh

With a long and slender body

And the sweetest softest hands

And we’ll blow away forever soon

And go on to different lands

And please do not ever look for me

But with me you will stay

And you will hear yourself in song

Blowing by one day

But, now, hold me like a baby

That will not fall asleep

Curl me up inside you

And let me hear you through the heat

Oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh

Oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh, oh

– Suzanne Vega –

Love

Love means to learn to look at yourself
The way one looks at distant things
For you are only one thing among many.
And whoever sees that way heals his heart,
Without knowing it, from various ills.
A bird and a tree say to him: Friend.

Then he wants to use himself and things
So that they stand in the glow of ripeness.
It doesn’t matter whether he knows what he serves:
Who serves best doesn’t always understand.

– Czesław Miłosz –

Love after love

The time will come
when, with elation,
you will greet yourself arriving
at your own door, in your own mirror,
and each will smile at the other’s welcome,
and say, sit here. Eat.
You will love again the stranger who was your self.
Give wine. Give bread. Give back your heart
to itself, to the stranger who has loved you

all your life, whom you ignored
for another, who knows you by heart.
Take down the love letters from the bookshelf,

the photographs, the desperate notes,
peel your own image from the mirror.
Sit. Feast on your life.

– Derek Walcott –

Wat is dat eigenlijk, goede seks? (revisited)

Ik schreef het antwoord op bovenstaande vraag eerder al op dit blog, ondertussen bijna vijf jaar geleden. Tijd om na te gaan of ik een evolutie heb doorgemaakt.

Vijf jaar geleden schreef ik dat goede seks zich voor mij op het snijpunt bevindt tussen je lust kunnen (en mógen) botvieren en diepe tederheid ervaren.

In haar recente column schreef Rika Ponnet over de leegte van casual seks. Dat zette me aan het denken (en discussiëren). Eerst en vooral wil ik niet moraliseren. Ik denk ook niet dat Rika dat doet in haar column. Maar anderen lezen dat er toch wel in. Dat het precies weer of/of is. Of je bent braaf monogaam, of je geniet van “casual” vrijen en dan volgt de leegte. Ik denk niet dat dat er staat. Er staat dat dat voor deze vrouw zo was (behalve één keer!). En Rika probeert samen met deze vrouw uit te zoeken waarom dat voor haar zo is gebleken. En dat is dan enkel zo voor deze vrouw. We kunnen niet veralgemenen. Wat wél interessant is, is dat het lezen van een ervaring van iemand anders, ons aan het denken zet over onszelf: Hoe is dat voor mij?

Zelf denk ik dat vrijen op verschillende zaken gericht kan zijn.

Er is vrijen dat gericht is op lust beleven, op een piekervaring, op een orgasme, op een “dopamine rush”. (Wat is dat? Dopamine is een neurotransmitter die het centrale zenuwstelsel beïnvloedt en in verband wordt gebracht met beloning, plezier en motivatie. Dopamine wordt ook wel “het plezierhormoon” genoemd). Als we verliefd zijn, als we seksuele aantrekking voelen, krijgen we zin in dit soort van vrijen, een vrijen dat erop gericht is de spanning die we in ons lijf voelen af te vloeien. Bij deze vorm van vrijen zijn we gericht op heftig klaarkomen en komt er dopamine vrij. Deze dopamine rush is verslavend: onze hersenen zijn immers geprogrammeerd om méér te zoeken van datgene dat ons dat plezierige gevoel verschafte… En juist dat is ook de valkuil van deze vorm van vrijen: we blijven op zoek gaan naar deze piekervaring, de golf van genot die ons overspoelde. Maar na zo’n piekervaring moeten we weer zakken (net als het dopaminepeil in ons brein), en dat zou het gevoel van leegte dat we dan soms ervaren kunnen verklaren. Niets nieuws onder de zon, zelfs de Romeinen wisten al dat mannen zich na het vrijen triestig voelen.

Is er veel tederheid en aandacht na het vrijen, dan kunnen we dat trieste gevoel, die “leegte” zo je wil, misschien samen een beetje opvangen.

Er is ook vrijen dat niet vertrekt vanuit een grote spanning in ons bekken dat ontlading zoekt, maar juist vertrekt vanuit rust en ontspanning. We zijn ontspannen en we hebben zin om elkaar plezier te laten beleven. We willen verbinding voelen, dicht bij elkaar zijn, knuffelen, in elkaars ogen kijken, strelen, uitgebreid zoenen. We vertrekken vanuit de liefde, de tederheid die we voor elkaar voelen en we streven niet naar ontlading, maar naar verbinding, naar flow, naar het genot dat volgt uit het zichzelf verliezen in de handeling, het in je lichaam zakken, het voelen, het beleven. We geven ons over. Centraal bij deze vorm van vrijen staan de verbinding en de overgave. Na het vrijen voelen we ons vol-daan, heel. We zijn erg dicht bij onszelf gebleven en vanuit deze liefde en de verbondenheid met onszelf, met ons lichaam, verbinden we ons met elkaar. Dit voelt helend. (Om hier ook even in termen van ons brein te spreken: er komt oxytocine vrij, ook wel het “knuffelhormoon” genoemd. Vooral bij vrouwen komt er veel oxytocine vrij bij het vrijen en vooral bij het klaarkomen. Dit kan verklaren dat vrouwen, zelfs als ze in eerste instantie enkel uit waren op vrijen omwille van de spanningsontlading, toch een sterke hang naar verbinding voelen na hun orgasme).

Kan je deze vorm van vrijen enkel ervaren met een partner met wie je een monogame relatie hebt? Uiteraard niet. Dat is wat mij betreft ook helemaal naast de kwestie.

Komen we terug op onze vraag wat goede seks eigenlijk is. Mijn antwoord van vijf jaar geleden houdt voor mezelf nog steeds stand. Maar ik heb nu meer zicht op waarom dit voor mij zo is. Ik wil vrijen vanuit verbinding en overgave. Daar kan een piekorgasme bij horen, vaak zelfs, maar dat is geen vereiste en dat is niet het streefdoel. Dat is een plezant neveneffect, zullen we maar zeggen. Enkel knuffelen, tederheid en liefde zijn niet de zaken die me opwinden, begrijp me niet verkeerd. Maar binnen de veiligheid van mijn verbinding met mezelf, mijn partner’s verbinding met zichzelf en onze verbinding met elkaar, onstaat er een prachtig speelveld, een oase van genot en plezier, die nooit vervreemdend kán zijn.

The truelove

There is a faith in loving fiercely
the one who is rightfully yours,
especially if you have
waited years and especially
if part of you never believed
you could deserve this
loved and beckoning hand
held out to you this way.

I am thinking of faith now
and the testaments of loneliness
and what we feel we are
worthy of in this world.

Years ago in the Hebrides,
I remember an old man
who walked every morning
on the grey stones
to the shore of baying seals,
who would press his hat
to his chest in the blustering
salt wind and say his prayer
to the turbulent Jesus
hidden in the water,

and I think of the story
of the storm and everyone
waking and seeing
the distant
yet familiar figure
far across the water
calling to them

and how we are all
preparing for that
abrupt waking,
and that calling,
and that moment
we have to say yes,
except it will
not come so grandly
so Biblically
but more subtly
and intimately in the face
of the one you know
you have to love

so that when
we finally step out of the boat
toward them, we find
everything holds
us, and everything confirms
our courage, and if you wanted
to drown you could,
but you don’t
because finally
after all this struggle
and all these years
you simply don’t want to
any more
you’ve simply had enough
of drowning
and you want to live and you
want to love and you will
walk across any territory
and any darkness
however fluid and however
dangerous to take the
one hand you know
belongs in yours.

– David White –