Overal is water en alles zingt, wolken
bewegen in de diepte van plassen
op straten die de wolken niet kennen
en de hemel heeft geen weet van de aarde
vingertoppen van bomen, die van gevoel
dat sterft in de herfst en er nu nog is
zijn klankkastjes voor al die vingers van regen
overal schuilen mensen en iemand
loopt door tijd die al bijna verdwenen is
koud watergetokkel op het gezicht
en weet; de wolken weten niet van de regen
het water weet niet van de bladeren
waaruit het de muziek slaat, ritmes, taal
en de snelle zilveren aanrakingen
die leven heten en beweging
kennen de druppels op mijn gezicht niet
en straks ben ik dit alles allemaal.
Esther Jansma (1958-2025)
Uit: We moeten ‘misschien’ blijven denken, Prometheus, Amsterdam/Antwerpen, 2024