“Waarom heb jij geen medelijden met je cliënten en denk je zelfs dat zij dat ook niet zouden willen?” vroeg een lieve vriendin mij onlangs. Wat ik haar geantwoord heb is het volgende, en omdat ik het zo belangrijk vind, deel ik het hier ook even, op dit blogje.
Omdat medelijden is iets dat je hebt met een slachtoffer. Ik zie mijn cliënten echter nooit (enkel) als slachtoffers, en bijgevolg zie ik mijzelf dus ook niet als hulpverlener. Dat is voor mij als therapeut iets cruciaal. Ik zie mijzelf én mijn cliënten als mensen. We klooien en prutsen allemaal maar wat aan. Ik ben géén expert. Ik ben wél getraind in empathisch luisteren, in het proces dat een therapie is. Ik zoek samen met mijn cliënten naar woorden, naar een verhaal, naar verbinding. Ik weet het niet beter dan zij, in tegendeel, zij zijn de experten van hun leven, hun gevoelens, gedachten en ervaringen. Ik wijs op zaken vanuit mijn systemisch perspectief. Ik herkader. Ik vertrouw op de liefde. Ik ben hoopvol. Maar ik ken de oplossing voor hun probleem niet op voorhand. Naar een mogelijke oplossing (of aanvaarding) gaan we samen op zoek. Iedereen is uniek. Elke therapie is volstrekt uniek. Ik heb geen medelijden met mijn cliënten. Neen, meestal is het tegendeel waar: ik bewonder hen, voor hun moed. Hulp zoeken is het moeilijkste en moedigste wat er bestaat. Zeker hier en nu, in Vlaanderen anno 2017, waar er rond hulp vragen bij relationele en seksuele problemen nog een enorm taboe hangt.