Gij die veilig leeft In uw beschutte huizen,
Gij die ‘s avonds thuiskomt
Bij warme spijs en dierbare gezichten:
Bedenkt of dit een man is
Die werkt in de modder
Die geen vrede kent
Die vecht om een stuk brood
Die sterft om een ja of een nee.
Bedenkt of dit een vrouw is
Zonder haar en zonder naam
Zonder herinnering aan wat was
Met lege ogen en koude schoot
Als een kikvors in de winter.
Bedenkt dat dit geweest is:
Ik beveel u deze woorden.
Grift ze in uw hart.
Waar ge gaat waar ge staat
Bij het opstaan bij het slapen gaan:
Zegt ze voort aan uw kinderen.
Of uw huis begeve u,
Ziekte verlamme u,
Uw nageslacht wende zich van u.
Primo Levi (Vertaling Frida Vogels)